StichtingBiblis
Biblis
“Leesvaardigheid is het begrijpen van, gebruiken van, evalueren van, reflecteren op en omgaan met teksten om je doelen te bereiken, je kennis en potentieel te verruimen en deel te nemen aan de maatschappij.” (OECD 2019)
PISAHet 'Programme for International Student Assessment', kortweg PISA-onderzoek, is een internationaal vergelijkend onderzoek dat de vaardigheden en kennis in o.a. lezen van 15-jarigen test. Het onderzoek staat onder toezicht van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) en bestaat uit een digitale toets. Leerlingen vullen naast de toets ook een vragenlijst in over zichzelf en over hun school. Deze informatie is waardevol voor het onderzoeken van verschillen in prestaties tussen leerlingen en/of landen. Zowel de PISA-toets als de vragenlijst wordt op een laptop afgenomen. Vanaf 2000 is elke 3 jaar een nieuw onderzoek gehouden met in 2018 als hoofddomein leesvaardigheid.

Bij PISA ligt de focus niet op wat leerlingen precies leren op school, maar hoe zij hun kennis en vaardigheden in het dagelijks leven toepassen. De resultaten van PISA bieden scholen en beleidsmakers waardevolle informatie over de mate waarin Nederlandse scholen succesvol zijn in het voorbereiden van leerlingen op de 21e eeuw. In een internationaal rapport worden onderwijssystemen en prestaties van landen met elkaar vergeleken. Op deze manier kan men leren van elkaars zwakke en sterke punten. Zo kan er gekeken worden naar aandachtspunten in het onderwijs: hoe staat het met de leesvaardigheid van Nederlandse leerlingen? Zijn zij goed voorbereid om deel te nemen aan de huidige maatschappij? In 2018 namen 77 landen deel aan het PISA-onderzoek.

Bijna een kwart
van de leerlingen
is onvoldoende
leesvaardig om
als mondige burger
in de huidige
samenleving
te participeren

(PISA 2019)
PISA map


Leesvaardigheid

Een goede leesvaardigheid is essentieel voor een succesvolle deelname aan de maatschappij. Goed kunnen lezen is nodig bij bv het interpreteren van een waarschuwingsmededeling over een product van een supermarkt, het lezen van een bijsluiter of een brief van de overheid, vacatures te begrijpen en een sollicitatieformulier in te vullen.
Leesvaardigheid is ook lezen om te leren. Leerlingen begrijpen, gebruiken en reflecteren op teksten bij het leerproces en voelen zich hierbij betrokken. Het helpt hen doelen te bereiken en kennis en capaciteiten te verruimen. Ze zijn is staat vakinhoudelijke teksten te interpreteren en zien verbanden tussen verschillende teksten.
 

Vloeiend lezen

Voor leesvaardigheid is in PISA-2018 een basistaak afgenomen waarmee de vaardigheid vloeiend lezen is gemeten. Vloeiend lezen heeft betrekking op het gemak en de efficiëntie waarmee leerlingen woorden en teksten lezen. Dit is in kaart gebracht met een leestaak waarbij leerlingen zinnen moesten beoordelen op logica. Leerlingen kregen drie minuten de tijd om van zoveel mogelijk zinnen aan te geven of de zin logisch of niet-logisch is. De mate waarin leerlingen vloeiend kunnen lezen is meegenomen in de algemene leesvaardigheidsscores.


Leesplezier

Leesplezier speelt een belangrijke rol bij lezen. Leerlingen die plezier hebben in lezen, lezen vaak meer en beter, waardoor het plezier nog verder toeneemt. Daarnaast zullen leerlingen die vertrouwen hebben in hun eigen kunnen bij het lezen meer plezier hebben in lezen dan leerlingen die een negatief zelfbeeld hebben bij het lezen.
Nederlandse leerlingen geven aan significant minder leesplezier te ervaren dan leerlingen uit OESO-landen en uit de 15 EU-landen. Wanneer de leesplezierscores op een ranglijst geplaatst worden, staat Nederland zelfs helemaal onderaan: Nederlandse leerlingen ervaren minder plezier in lezen dan leerlingen uit alle andere deelnemende landen. Het lage leesplezier zou een mogelijke verklaring kunnen zijn voor de achteruitgang in leesvaardigheid. Tegelijkertijd is het ook denkbaar dat leerlingen lezen moeilijker en minder plezierig zijn gaan vinden, omdat hun vaardigheid erop achteruit is gegaan.

De Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad hebben in juni 2019 een ‘oproep tot een leesoffensief’ gedaan. Zij stellen dat leerlingen vooral korte tekstjes lezen, zoals berichten op hun smartphone en minder tijd besteden aan het geconcentreerd lezen van langere teksten of boeken (diep lezen). Mede hierdoor neemt hun leesvaardigheid af. De afname van ‘diep lezen’ heeft gevolgen voor de vaardigheid van leerlingen in het evalueren van en het reflecteren op teksten.

Nomade